Ziekteverzuim op nieuwe recordstand

Het ziekteverzuim heeft een nieuwe recordstand bereikt. In het eerste kwartaal van dit jaar liep het op van 5,5 procent in februari, via 5,6 procent in maart naar 6,3 procent begin april.

Zo blijkt uit cijfers van arbodiensten en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

Vergeleken met het eerste kwartaal van vorig jaar is de stijging nog aanzienlijker. Toen stond het gemiddelde verzuim op 4,8 procent. Verzekeraar Interpolis komt met een veel grotere stijging. Tussen mei vorig jaar en dit jaar steeg het verzuim volgens de Bedrijvenmonitor met 13 procent. En vergeleken met 2018 en 2019 was er volgens die graadmeter in 2021 37 procent meer ziekteverzuim. Klanten van Interpolis geven aan dat die stijging vooral komt door quarantaineverplichtingen na een coronabesmetting. En die besmettingen lopen hard op, blijkt uit cijfers van het RIVM.

De meeste werknemers (30%) melden zich ziek om een verkoudheid of griep. Dat blijkt ook uit de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) van 2021. Uit deze NEA blijkt ook dat 8 procent van alle 50.000 ondervraagde werknemers tussen 15 en 75 jaar zich vorig jaar ziek meldde omdat ze positief waren getest op het coronavirus.

Verzuim het hoogst bij contactberoepen
Volgens het CBS komen ook dit jaar de meeste ziekmeldingen uit de gezondheids- en welzijnszorg: gemiddeld 8,9 procent. In het eerste kwartaal van vorig jaar was het verzuim in deze sector nog 6,8 procent. Vooral in de verpleging, verzorging en de thuiszorg was het ziekteverzuim hoog. In de eerste 3 maanden van dit jaar lag het in deze sectoren net boven 10 procent. Dat geldt ook voor het verzuim in de kinderopvang. Vermoedelijk verklaart corona in al deze sectoren veel ziekmeldingen. Ook in andere contactberoepen, waaronder haarsalons en sauna’s lag het verzuim met 6,7 procent op recordhoogte.

Uit de cijfers van het CBS blijkt ook dat het ziekteverzuim in de horeca toeneemt, een bedrijfstak met traditioneel weinig ziekteverzuim. Begin 2022 ging het om 6 procent, een jaar eerder nog om 3,9 procent. De financiële dienstverlening had met 3,4 procent het laagste verzuim van alle sectoren.

Verzuim duurt langer
Sinds de coronapandemie is het verzuim met gemiddeld een half procent gestegen. Tussen 2019 en 2021 steeg het gemiddelde van 4,4 naar 4,9 procent. Hoe groter het bedrijf, hoe hoger het verzuim. Dat blijkt uit onderzoek in opdracht van verzekeraar Nationale-Nederlanden (NN).

Volgens NN is het verzuim niet zozeer gestegen omdat meer mensen zich ziek hebben gemeld. Het gemiddelde ging omhoog omdat het verzuim langer duurde. Dat komt deels door corona. Maar ook konden zieke werknemers door thuiswerken soms moeilijker weer volledig aan het werk gaan. Meer dan een derde van het verzuim komt door werkstress. Fysiek zwaar werk zorgt voor ruim 15 procent van de ziekmeldingen.

Verzuim is ook complexer
Het verzuim ligt bij ouderen al jaren hoger dan bij jongere werknemers. Ziekteverzuim heeft bij ouderen vaak meerdere oorzaken die elkaar versterken. Herstel duurt dan meestal langer. Met de vergrijzing zal dat de komende jaren een probleem blijven. Juist 55-plussers hebben de grootste kans om arbeidsongeschikt te raken, stelt NN. De verzekeraar ziet long covid als een van de oorzaken voor een mogelijke toename van langdurig verzuim in de nabije toekomst.

Achterstand UWV bij WIA-beoordelingen loopt op
Vorig jaar vroegen 78.590 langdurig zieke werknemers een uitkering volgens de WIA aan bij het UWV. Dat is een nieuw record, en een stijging van 9 procent vergeleken met 2020. Maar met 68.035 door UWV behandelde aanvragen in 2021 stijgt het aantal aanvragen harder dan UWV momenteel aan kan. ‘UWV voert jaarlijks steeds meer beoordelingen uit. Het is alleen lang niet genoeg, omdat het aantal aanvragen nóg harder stijgt.’ Dat stelt Igno Schings, directeur collectieve inkomensverzekeringen bij Nationale-Nederlanden.

Dat het UWV nog altijd problemen heeft bij de beoordeling van WIA-claims helpt ook niet mee om het verzuim omlaag te krijgen. Igno Schings is er niet gerust op. ‘Als er niets verandert aan de uitvoering van ons sociale zekerheidsstelsel, verwacht ik een verdere vertraging van de sociaal-medische beoordelingen van UWV. Dit houdt werknemers langer in onzekerheid en stagneert het verdere reïntegratieproces. Ook zorgt het voor financiële stress bij werkgevers én werknemers’, verduidelijkt Schings.

Energiebalans en werkstress
Om uitval en arbeidsongeschiktheid te beperken moeten werkgevers en werknemers meer aandacht hebben voor de preventie van langdurige ziekte. Dat kan met name door scherp te blijven letten op de balans tussen belasting en belastbaarheid, meent NN. Daarmee doelt de verzekeraar onder meer op voldoende echte vrije tijd, waarin mensen niet met hun werk bezig zijn. Ook zouden werkgevers meer aandacht moeten hebben voor de zaken die werknemers stress geven tijdens hun werk.

Bron: www.ornet.nl