Santeon boekt eerste successen met vbhc-programma geboortezorg

De inzet van een value based healthcare-programma leidt bij de Santeon-ziekenhuizen tot verbeteringen in de geboortezorg.

De ziekenhuizen leren van elkaar door data te vergelijken en zo de ruimte te zoeken voor verbetering. Dit leidt onder meer tot een afname van het aantal totaal rupturen bij bevallingen, zo blijkt uit de eerste rapportage van het programma Samen beter Geboortezorg.

Value based healthcare, ofwel waardegedreven zorg, richt zich op het verbeteren van zorguitkomsten voor de patiënt. Die focus moet helpen om de zorg doelmatiger in te richten en op termijn onnodige kosten te reduceren. Een belangrijk onderdeel van de methode is de analyse van data. In de Santeon-ziekenhuizen bevallen iedere dag zo’n 45 vrouwen. Per jaar vinden er 16 duizend klinische bevallingen plaats. Daarmee hebben de ziekenhuizen toegang tot een schat aan data. Ieder half jaar worden indicatoren gemeten op het gebied van uitkomsten, kosten en processen van alle vrouwen die klinisch zijn bevallen in een Santeon ziekenhuis met een zwangerschapsduur vanaf 32 weken. Er is data verzameld over alle zorg die zij en hun kind tijdens de zwangerschap tot twee maanden na de bevalling ontvingen.

Na 3 jaar onderzoek ligt er nu de publicatie ‘Samen Beter Geboortezorg’. “De geboortezorg in Nederland is van hoog niveau”, zegt gynaecoloog en medisch leider Fleurisca Korteweg van het Martini Ziekenhuis. “We gaan er vanuit dat er weinig verschillen zijn tussen de ziekenhuizen. Echter door onze resultaten te vergelijken met andere topklinische Santeon ziekenhuizen, ontdek je toch de sterkere en zwakkere punten van ieder ziekenhuis en wat de meest optimale zorg is.”

De focus van het verbeterprogramma ligt op het terugdringen van het aantal ongeplande keizersneden en totaalrupturen. Daarnaast is er veel aandacht voor het optimaliseren van de zorg eromheen, zoals de begeleiding bij het geven van borstvoeding en de verblijfsduur in het ziekenhuis.

“Naast de gemeenschappelijke doelen werkt ieder ziekenhuis aan haar eigen verbeterpunten, waarbij je in alle openheid moet durven leren van elkaar”, zegt David van der Ham, de andere medisch leider van het programma en eveneens gynaecoloog van het Martini Ziekenhuis. “Nu we de uitkomsten periodiek analyseren, is het tijd voor de volgende stap, met nog meer aandacht voor de wens van de patiënt.”

Totaalruptuur en keizersnede
Een belangrijke uitkomst van het programma is het terugdringen van het aantal totaalrupteren. Totaalrupturen kunnen blijvende schade veroorzaken, zoals incontinentie. Inmiddels hebben alle Santeon-ziekenhuizen een training ingevoerd in de hands-on methode, waarbij het perineum wordt ondersteunt. Hierdoor is al een duidelijke daling zichtbaar van het percentage totaalrupturen, zo laat Santeon weten.

Het verlagen van het aantal ongeplande keizersnedes is complexer. Uit de data-analyses blijkt wel dat twee Santeon ziekenhuizen een lager percentage ongeplande keizersneden hebben dan de andere ziekenhuizen, zonder dat dit slechtere uitkomsten voor het kind geeft. “Dit biedt kansen om het aantal ongeplande keizersneden in andere ziekenhuizen ook te verlagen. Uiteraard is deze variatie uitgebreid besproken in Santeon verband; de komende tijd wordt hier verder aan gewerkt. Tegelijkertijd heeft ieder ziekenhuis hierin specifieke verbeteracties”, aldus Santeon.

De komende tijd doen de Santeon-ziekenhuizen verder onderzoek naar het gebruik van pijnstilling tijdens de bevalling, de implementatie van Patient Reported Outcome Measures (PROMs) en VBHC in de gehele geboortezorgketen.

Lees het interview met Fleurisca Korteweg en David van der Ham op www.Zorgvisie.nl 

Bron: www.skipr.nl, door Samira Ahli